wat zijn kippen

 

Oorsprong


Een van de waarschijnlijke voorouders van de kip is het bankivahoen, of rode kamhoen, een in het wild levend kamhoen uit het geslacht Gallus dat voorkomt in Zuidoost-Azië. De wetenschappelijk-Latijnse naam voor deze vogel is Gallus gallus. Het bankivahoen is niet groot, ongeveer zo groot als de gemiddelde krielkip. Deze vogel komt in India en Zuidoost-Azië nog steeds in het wild voor. De hen legt zo'n twaalf eieren per jaar
Waarschijnlijk is het huishoen uit het bankivahoen gedomesticeerd. De invloed van eventuele andere, in het wild levende hoenderachtigen kan niet geheel worden uitgesloten, maar het is inmiddels wel duidelijk dat het bankivahoen de belangrijkste voorouder is. Hoe en wanneer het proces precies is verlopen, is evenmin volledig bekend. Onderzoek gepubliceerd in 2014 op mitochondriaal DNA van fossiele kippenresten, suggereert dat het startpunt in Noord-China zou hebben gelegen, zo'n 10.000 jaar geleden.[1] Daarmee zou de tamme kip ruwweg een tijdgenoot zijn van de andere landbouwdieren.
Via India en Mesopotamië verspreiden de Aziatische hoenderen zich naar andere delen van de wereld. Zo zijn er aanwijzingen dat de Egyptenaren reeds vóór 1400 v.Chr. kippen hielden. Een tekst uit de periode van Thoetmosis III verwondert zich over "de vogel die elke dag leven schenkt".[2] In het oude Sumer sprak men over de vogel uit Meluhha. In Europa kwamen de kippen via diverse routes. Via Klein-Azië arriveerden de eerste gedomesticeerde kippen rond het jaar 700 v.Chr. in Zuid-Europa. Keltische stammen die van het gebied van de Zwarte Zee naar West-Europa trokken namen ook kippen mee. Julius Caesar schrijft in De Bello Gallico dat hij kippen aantrof bij Keltische stammen in Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Zwitserland. De Romeinen zelf namen tijdens hun veroveringen ook kippen mee, zowel voor de eieren als voor het vlees. Bij de Romeinen werden kippen niet alleen voor het voedsel gehouden, maar ook waren hanengevechten populair. In de ruïnes van Pompeï zijn diverse afbeeldingen van hanengevechten aangetroffen.
In ons land[bron?] zijn in afgegraven terpen ook kippenbotten aangetroffen. Deze terpen stammen van 800 na Christus. In de tijd van Karel de Grote werd bij zijn hervorming van het boerenbedrijf bepaald dat grote boerderijen zo'n 200 kippen moesten houden, op kleine boerderijen moesten 50 kippen zijn. Dit waren al vooral grotere kippenrassen die vooral dienden voor eieren en vlees. Vanaf de negentiende eeuw werd het houden van kippen een echte landbouwactiviteit. De kippen scharrelden hun kostje op het erf bij elkaar. Ze sliepen met de koeien en het andere vee op stal of in bomen en struiken op het erf.
Tegenwoordig worden kippen vrijwel overal ter wereld gehouden. In onder meer Nederland komen ook verwildere kippen voor; deze exemplaren zijn uit gevangenschap ontsnapt.

Antoniemen en gedrag

Een kip kan goed hard voedsel zoals maiskorrels eten. Na het slikken komt het voedsel in de krop, waar het kan inweken. Daarna zijn er twee magen die meehelpen om het voer fijn te krijgen. De kliermaag voegt maagsappen toe voor de verdere vertering. De spiermaag kneedt het voer en maalt het fijn met behulp van kleine steentjes die de kip oppikt. Daarna wordt het voer verder verwerkt in de dunne darm. De reststoffen verlaten het lichaam via de endeldarm en de cloaca. Een huishoen heeft twee blindedarmen. Deze helpen bij de vertering van ruwvezels en onttrekken vocht aan de voedselmassa.
Kippen hebben de neiging om naar rode voorwerpen te pikken, wat opmerkelijk is omdat hun kam en lellen zelf rood zijn. Bij ruimtegebrek kan het mede hierdoor gebeuren dat ze elkaar doodpikken.
Een kip heeft een intern kompas, dat gesitueerd lijkt in de ogen, waarmee ze zich kan oriënteren op het aardmagnetisch veld.[3]
De kip kan haar kop heel ver in alle richtingen draaien, dankzij het grote aantal halswervels: veertien. (Ter vergelijking: de mens heeft er maar zeven.)
Een kip heeft geen oorschelp en ziet kleuren ook anders. Voor een kip is roodgeel de helderste kleur. Daarna volgt geel. Overigens heeft de kip wel oorlellen. Meestal legt een kip met witte lellen witte eieren en één met roze lellen bruine. De huid op de poten van de kip bestaat uit schubben, zoals bij reptielen. Kippen hebben drie voortenen en een achterteen, behalve het zijdehoen en de houdan, die een extra teen hebben. Kippen hebben ook nagels om te graven en scharrelen.

broedsheid


Een broedse kip is fysiologisch ingesteld op het broeden: ze heeft onder andere een hogere lichaamstemperatuur, een verminderde eetlust en weinig bewegingsdrang. Ze legt in deze periode niet.
Hiërarchie en intelligentie
Binnen een groep kippen heerst duidelijk een hiërarchie. Die rangorde wordt ook wel de pikorde genoemd. De plaats die een kip heeft in de pikorde bepaalt o.a. wie als eerste eet en wie de beste stokplekken krijgt. In een grote groep kippen, ook toom genoemd, kan een kip meer dan 100 soortgenoten herkennen en de sociale status van elk van deze dieren onthouden. Ze weten ook de positie die elke kip op 'de ladder' inneemt. Kippen hebben een ingewikkelde hiërarchie en gaan ook op een zeer exacte manier met elkaar om.
Ze kunnen oorzaak-en-gevolgrelaties begrijpen. Kippen kennen objectpermanentie: als ze een interessant object uit het oog verliezen, zoeken ze ernaar. Kippen zijn ook tot zelfcontrole of zelfbeheersing in staat. Dat was eerder alleen aangetoond bij mensen en andere mensapen. Dit zijn bewijzen van een goed geheugen en ingewikkelde structuren in de sociale omgang, te vergelijken met de intelligentie van zoogdieren.[4][5] [6]

comminicatie


Een kip heeft geen stembanden maar een syrinx om geluiden te maken. Dit is een orgaan dat zich onderaan de luchtpijp bevindt, net boven het punt waar deze zich splitst in de bronchiën die naar de longen leiden. De syrinx bestaat, simpel gezegd, uit membranen en spieren. Op het punt in de luchtpijp waar de syrinx zich bevindt, zitten er membranen tussen de kraakbeenringen van de luchtpijp. Een vogel kan geluid voortbrengen door middel van zijn ademhaling. Kippen produceren dertig tot veertig verschillende geluiden, die allemaal verschillende betekenissen hebben. 'Praten' of tokkelen, zoals veel mensen het noemen, gebeurt zelfs al voor dat de kip geboren wordt.
Een moederkloek (moederkip) geeft haar kennis door aan haar kuikens, en dat gebeurt zelfs al terwijl de jongen nog in het ei zitten. De kuikens antwoorden terug door gepiep dwars door het eierschaal heen. Studies hebben vastgesteld dat kippen elkaar met verschillende geluiden waarschuwen, zo hebben kippen een luchtalarm, als er een roofvogel in de lucht vliegt dan maken ze een soort piepend en krakend geluid, en bij gevaar aan de grond maakt een kip een paniekerig kakelend geluid.
Het kraaien van de haan of "hanenroep" heeft zich uit de oorspronkelijke baltsroep van de bankivahoenders[7] tot een voortdurend en seizoensonafhankelijk geluidssignaal ontwikkeld, dat hoofdzakelijk tot afbakening van het territorium dient.

leeftijd van kippen


De maximale leeftijd van een kip is afhankelijk van het ras, sommige rassen kunnen wel 20 jaar oud worden. Gemiddeld worden de meeste rassen niet ouder dan 10 jaar. Verder spelen ook de levensomstandigheden van de kip een belangrijke rol. De 'gewone' bruine industriekippen, de hybriden, worden vaak geslacht voor ze een jaar of 3 oud zijn omdat ze rond die leeftijd niet productief genoeg meer zijn.

 

bron: Wikipedia 

Maak jouw eigen website met JouwWeb